Goed wonen terug naar af?
- Conny Gruijters
- 6 dagen geleden
- 2 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 3 uur geleden

Goed wonen terug naar af?
In tijden van woningnood lijkt geschiedenis zich altijd te herhalen.
Waar na de Tweede Wereldoorlog de stichting Goed Wonen stond voor een nieuw begin, zoeken we in 2025 opnieuw naar oplossingen voor een tekort aan betaalbare woningen en leefbare interieurs.
De parallellen zijn opvallend, toen de Marshallhulp, nu subsidies, circulaire bouw en hergebruik van materialen.
De drang om ruimte te creëren met beperkte middelen is terug.
Kleine appartementen vragen om slimme indelingen, multifunctionele meubels en producten die langer meegaan. Wat vroeger “verantwoorde meubels” heette, noemen we nu duurzaam design.
Fabrikanten zoals Gispen, Pastoe en Auping waren destijds pioniers met hun modulaire en gebruiksvriendelijke ontwerpen.
Hun gedachtegoed klinkt nog altijd door in hedendaagse collecties, van heruitgebrachte iconen tot nieuwe interpretaties die het midden houden tussen nostalgie en vooruitgang.

Van wederopbouw tot woonbewustzijn
De stichting Goed Wonen wilde destijds het Nederlandse interieur “bevrijden van wansmaak” en geloofde dat een functionele woonomgeving mensen beter zou maken.
Lichte meubels, praktische materialen en een heldere indeling moesten bijdragen aan een nieuw, hoopvol dagelijks leven. Diezelfde wens, het goede leven binnen bereik brengen, klinkt vandaag opnieuw, al zijn de woorden veranderd.
We spreken over “bewust wonen”, “tiny living” en “adaptive reuse”, maar de essentie is identiek, met minder middelen meer kwaliteit creëren.
Design als spiegel van de samenleving
Net als toen weerspiegelt het huidige ontwerpklimaat maatschappelijke verschuivingen.
De urgentie rond hergebruik, de zoektocht naar rust in compacte woningen en de behoefte aan authenticiteit maken dat ontwerpers opnieuw grijpen naar eenvoud.
De zachte lijnen van Alvar Aalto en de speelse constructies van Ray en Charles Eames vinden weer hun weg in nieuwe ontwerpen. Vorm volgt functie, maar ook emotie, we verlangen naar vertrouwdheid in een wereld die snel verandert.

Een cyclus met een nieuw bewustzijn
Wat ooit vooruitgang heette, blijkt nu vaak herontdekking.
We kijken niet terug uit nostalgie, maar om opnieuw te zien wat toen al werkte. Net als na de oorlog staat er opnieuw een generatie ontwerpers op die nadenkt over hoe we werkelijk willen wonen.
Niet groter, maar slimmer. Niet nieuw, maar beter doordacht.
De wederopbouw draaide om functie en samenhang. Wijken werden ontworpen om gemeenschap te stimuleren, meubels om het dagelijks leven te vereenvoudigen. Vandaag klinkt dat opnieuw door in concepten als collectief wonen, modulaire bouw en circulaire productie.
We grijpen terug op materialen die verouderen met waardigheid, hout, staal, wol, linnen, en zoeken naar vormen die rust brengen in compacte ruimtes.

Ook de toon van toen klinkt terug, maar in uiteenlopende vormen.
Waar sommigen rust zoeken in eenvoud en vertraging, vieren anderen juist kleur, verzadiging en gelaagdheid. Het zijn verschillende antwoorden op dezelfde behoefte aan betekenis.
In een tijd waarin duurzaamheid een noodzaak is geworden, klinkt dezelfde oproep als toen, maak iets dat blijft.
Goed wonen in 2025 betekent dus meer dan stijl. Het is opnieuw leren waarderen wat werkt, en bewust kiezen wat we doorgeven aan de volgende generatie.

Opmerkingen